Problematiek

Soms zijn de problemen die je hebt, zo groot, dat je er regelmatig last van hebt. De problemen kunnen er dan voor zorgen dat je niet meer zo goed “normaal” dagelijks kunt functioneren. Wij hebben het dan over “vastlopen” en een functioneringsprobleem.

Er zijn verschillende gebieden waar je op kunt vastlopen; thuis, op school of elders.

Je kunt als ouder vragen hebben over bijvoorbeeld de ontwikkeling van je kind of over de opvoeding. Of je hebt als kind/ jongere last van concentratieproblemen, druk gedrag, angst of somberheid. Het kan in dit soort gevallen nodig zijn om (tijdelijk) hulp in te schakelen.

Na een intake of kennismaking bij Focuz gaan we samen aan de slag. Op school, met oefeningen thuis of op locatie van Focuz. Dit doen we altijd in overleg met ouders, kind en leerkracht. Samen stellen we behandeldoelen op waaraan te werken, waarbij we regelmatig samen evalueren en kijken of we op de goede weg zitten. Zo nodig stellen we de doelen en verwachtingen bij. Het algemene doel is vaak dat het functioneren verbetert op de verschillende leefgebieden en dat je zelf, samen met je ouders en leerkracht, weer verder kan. 

Hieronder noemen we een aantal voorbeelden van problematiek:

Concentratieproblemen

Ieder kind vindt het weleens lastig om zich te concentreren. Dit kan van tijdelijk aard zijn, door bijvoorbeeld onrust thuis, vermoeidheid, een bijzondere gebeurtenis of motivatie problemen. Soms kan er echter ook sprake zijn van ADHD. Een kind heeft dan van jongs af aan en voortdurend moeite met richten, volhouden en vasthouden van de aandacht. Het is dan van belang dat dit tijdig wordt gesignaleerd, om onder andere een leerachterstand en een negatief zelfbeeld te voorkomen.

Sociale problemen

Je alleen voelen maar samen willen zijn, de ander niet zo goed begrijpen, snel jaloers zijn of juist teruggetrokken. Het maken en behouden van vrienden kan soms erg lastig zijn. Kinderen met sociale problemen worstelen vaak met hun eigen gedrag en komen in de knel bij sociale contacten. Het overzien van oorzaak en gevolg kan hierbij lastig zijn, het is moeilijk om je eigen gedrag te evalueren.

Andere kinderen vinden het juist moeilijk om voor zichzelf op te komen en/of hun boosheid te uiten. Het sociale contact speelt een belangrijke rol bij de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen in de basisschoolleeftijd. Mede hierdoor ontwikkelen ze zelfvertrouwen, een eigen identiteit, inlevingsvermogen, een geweten en maken ze zich normen en waarden eigen.

Stemmingsproblemen

Snel boos of verdrietig zijn is voor ieder kind en zijn omgeving lastig. Iedereen is wel eens boos en gelukkig maar. Wanneer een kind echter heel vaak en snel boos wordt, zet het zichzelf en zijn omgeving in een machteloze positie. Net als wanneer een kind voor langere tijd somber blijft.

De symptomen van stemmingsproblemen verschillen vaak per leeftijd. Hoe jonger, hoe fysieker meestal de symptomen. In de basisschoolleeftijd kun je stemmingsproblemen herkennen aan een droevige stemming, schuldgevoelens hebben, negatieve gedachten over de toekomst, verminderde eigenwaarde, lusteloosheid. Anderzijds kunnen stemmingsproblemen ook gemaskerd worden door bijvoorbeeld gedragsproblemen en boosheid. Daardoor zijn stemmingsproblemen niet altijd goed te herkennen, aangezien sommige kenmerken ook horen bij het opgroeien en vanzelf over gaan. Houden de stemmingsproblemen echter lang aan en worden ze niet vanzelf minder, dan is het van belang om op tijd hulp te zoeken voor u als ouder en uw kind.

Autisme

Kinderen met autisme denken op een andere manier en dat heeft invloed op het kunnen begrijpen wat een ander denkt en voelt. Ook verwerken kinderen met autisme de prikkels die binnenkomen via hun zintuigen anders. Kinderen met autisme kunnen sterk van elkaar verschillen, maar onderzoek laat zien dat een vroege signalering van autisme van belang is. Autisme kan samengaan met een verstandelijke beperking, maar komt ook regelmatig voor bij kinderen met een gemiddelde tot hoge intelligentie.

Wat zijn onder andere kenmerken van autisme?

  • Moeite met het begrijpen wat anderen bedoelen.
  • Moeite met het maken van oogcontact.
  • Moeite met het aangaan van vriendschappen.
  • In beslag genomen door een bepaald onderwerp
  • Kan zich niet in een ander verplaatsen en lijkt alleen zijn/haar eigen verhaal te willen vertellen.
  • Niet of minder geïnteresseerd in anderen.
  • Overgevoelig voor bepaalde geluiden, geuren of kledingstoffen.
  • Vasthouden aan bepaalde patronen of gedragingen.
  • Van slag bij onverwachte gebeurtenissen.
  • Moeite omgaan emoties

Maar ook:

  • Goed kunnen volhouden en doorzetten.
  • Zich goed aan vastgestelde regels kunnen houden.
  • Creatief kunnen zijn.
  • Een apart gevoel voor humor kunnen hebben.

ADHD

ADHD is de afkorting van het Engelse begrip ‘Attention Deficit Hyperactivity Disorder’ (aandachts- en concentratiestoornis met hyperactiviteit). Kinderen met ADHD laten kenmerken zien van aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsiviteit.

Aandacht en concentratie
Kinderen met ADHD kunnen hun aandacht moeilijker op specifieke taken richten en worden snel door prikkels uit de omgeving afgeleid. Dit kan gevolgen hebben voor de concentratie en daardoor ook op  de mogelijkheden tot ontplooiing.

Hyperactiviteit
Kinderen met ADHD lijken vaak voortdurend in beweging te zijn en voelen meestal een grote mate van onrust in zichzelf. Zelfs als ze stil moeten zitten, blijven ze voortdurend friemelen en heen en weer bewegen op hun stoel.

Impulsiviteit
Bij kinderen met ADHD ontbreekt het aan tijdige controle in reactie op prikkels. Ze flappen er van alles uit, springen plotseling op en nemen niet zelden grote risico’s bij lichamelijke activiteiten. Ze hebben vaak moeite om op hun beurt te wachten. Kortom vaak doen ze eerst iets voordat ze nadenken.

“Hyperfocussen”
Alhoewel in het algemeen aandacht en concentratie problemen kunnen opleveren, kunnen kinderen met ADHD zich soms goed concentreren op bezigheden in één op één situaties, zoals een computerspelletje, maar ook sportieve bezigheden waar kinderen hun energie in kwijt kunnen. Dit wordt wel het z.g. “hyperfocussen” genoemd en ontlokt vaak de vertwijfeling bij ouders: “zie je wel, je kunt het wel, als je maar wilt”.

Wat zijn onder andere kenmerken van ADHD?

  • Het niet (goed) luisteren naar wat anderen zeggen.
  • Het moeilijk op hun beurt kunnen wachten.
  • Overdreven veel vragen of praten.
  • Het in de rede vallen van anderen.
  • Het moeilijk kunnen blijven (stil-)zitten.
  • Snel afgeleid worden.
  • Veel wiebelen, draaien en friemelen.
  • Het van de ene activiteit naar de andere rennen.
  • Het moeilijk kunnen volgen van instructies.
  • Het moeilijk (blijvend) kunnen richten van de aandacht
  • Het vaak kwijtraken of verliezen van spullen.

Maar óók:

  • Gevoelig en zorgzaam te kunnen zijn.
  • Over een goed inlevingsvermogen te beschikken.
  • (Enorm) creatief te zijn.
  • Spontaan en open te zijn.
  • Een goed gevoel voor humor te hebben.
  • Energiek en enthousiast te zijn.

Angst en Depressie

Angst en depressie kunnen op elkaar lijken.

Bang zijn om je werk niet goed te doen of een toets slecht te maken is een vervelende angst. Deze angst noemen we faalangst. Een kind kan ook angstig zijn voor monsters, rampen of ziek worden. Deze angst noemen we specifieke angst. Het ervaren van angst heeft vaak tot gevolg dat kinderen gaan piekeren, zenuwachtig zijn en negatieve gedachten hebben. Angsten zijn vaak het gevolg van eerdere ervaringen. Als je hart luchten, erover praten of aan iets leuks denken niet meer helpt, kan het nodig zijn om hiervoor behandeling te krijgen.

Bij een depressie is er sprake van een intense en verdrietige stemming die lang aanhoudt. Een depressie kan een jongere somber of prikkelbaar maken, maar ook onrustig en bang.

Trauma

Door nare en heftige gebeurtenissen kan het leven van een kind (en ouder) verstoord raken. De eerste heftige reacties zijn meestal normaal en deel van het verwerkingsproces. Het merendeel van de kinderen die een schokkende gebeurtenis meemaakt herstelt vanzelf. Soms is dit echter niet het geval en blijft de traumatische ervaring het gedrag van het kind negatief beïnvloeden. Onverwerkte trauma’s kunnen op de langere termijn negatieve gevolgen hebben voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Kenmerken van een trauma zijn, herbelevingen, lichamelijke klachten, vermijding, negatief zelfbeeld, plotselinge spanning of uitbarstingen.

Wanneer deze symptomen aanhouden is het goed om een plan op te stellen samen en een behandeling te starten.

Verder naar Onze visie op behandeling